Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Samenvatting
Samenvatting
Het weerstandsvermogen geeft de financiële gezondheid van de gemeente weer. We drukken deze uit in een ratio. De uitkomst van de ratio moet in beginsel minimaal 1 zijn.
Op hoofdlijnen is het beeld als volgt:
Omschrijving | Bedrag/ratio incidenteel | Bedrag/ratio structureel |
---|---|---|
Geïnventariseerde risico’s | € 6,7 miljoen | € -0,566 miljoen |
Weerstandscapaciteit | € 48,2 miljoen | € 3,7 miljoen |
Weerstandsratio | 7,18 | -6,54 |
De conclusie hieruit is dat de weerstandscapaciteit van voldoende omvang is om de gekwantificeerde risico’s te ondervangen. Er is ook ruimte voor het opvangen van onvoorziene risico’s.
Het structurele weerstandsvermogen is negatief (dus voordelig). Dit komt doordat het de impact van het risico van de herverdeling van het gemeentefonds. Dat is omvangrijker dan de som de overige structurele risico's.
We maken echter wel de kanttekening dat de COVID-19 crisis voor grote onzekerheid zorgt. Het is onduidelijk wat voor (financiële) effecten deze crisis heeft voor de toekomst. De huidige crisis en de ontwikkelingen noodzaken dat we moeten sturen met grote onzekerheid. We volgen daarom nauwgezet alle ontwikkelingen en gevolgen voor onze inwoners, bedrijven en instellingen. Uiteraard ook de gevolgen voor onze eigen begroting. We volgen kritisch alle landelijke ondersteuningsmaatregelen en bepalen welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Ten opzichte van de programmabegroting zijn er geen risico's vervallen.
1. Beleid
1. Beleid
Het beleid van de gemeente ten aanzien van risicomanagement is nader uitgewerkt in de notitie risicomanagementbeleid.
Risicomanagement is gedefinieerd als het op gestructureerde wijze identificeren, analyseren en beheersen van risico’s die van invloed zijn op de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. De focus ligt op risico’s met een mogelijk substantiële invloed op de financiële positie van de gemeente. Aan ons risicomanagement liggen onder andere de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden ten grondslag:
- Risicomanagement is onderdeel van de reguliere verantwoordelijkheid van het (lijn)management en is een cyclisch proces.
- We maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande instrumenten voor risico-identificatie en -beheersing.
- Risicobeheersing doen we zoveel mogelijk in de reguliere processen.
- Het toepassen van risicomanagement betekent niet dat we alle risico's kunnen voorkomen.
Risico’s hangen vaak samen met externe factoren. Daarop hebben we als gemeente niet altijd direct invloed. Daarom is het lastig deze risico’s in alle gevallen voldoende betrouwbaar te kwantificeren.
Risico’s ontwikkelen zich voortdurend. De laatste rapportage over de risico’s en de beheersing daarvan is in de programmabegroting 2022-2025 opgenomen. In deze jaarrekening 2021 hebben we deze risico-inschatting geactualiseerd.
Risicokaart
Omdat risico’s lastig te kwantificeren zijn maken we gebruik van de risicokaart. De risicokaart geeft inzicht in de categorisering van de risico’s naar kans en gevolg.
Een risico dat zich in het groene gebied bevindt heeft minimale financiële gevolgen. Een risico dat een score heeft in het oranje gebied, vraagt om extra aandacht. Het is hier van belang tijdig beheersmaatregelen te nemen. Een risico met een risicoscore in het rode gebied, vereist directe aandacht om een grote extra last te voorkomen. Preventieve en reducerende beheersmaatregelen kunnen de kans respectievelijk het gevolg terugbrengen naar een acceptabel niveau.
Om te bepalen in welke risicokleur (rood, oranje, groen) een risico valt, zijn structurele risico's vermenigvuldigd met 4 (jaar).
2. Risico's
2. Risico's
Risico's in de rode categorie
Risico's in de rode categorie
COVID-19 (Corona)
COVID-19 (Corona)
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Effecten COVID-19 | S/I | PM | PM | PM |
Het COVID-19 (corona) had en heeft nog grote impact op de samenleving. De economie herstelt maar sommige sectoren hebben het nog zwaar (gehad). Daarnaast blijft er onzekerheid wat nu exact de langere termijn effecten van COVID-19 zijn, bijvoorbeeld op sociaal en maatschappelijk gebied. We hebben in een apart hoofdstuk aandacht besteed aan:
Risico’s: Beheersmaatregel
|
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
Grondbedrijf
Grondbedrijf
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Grondbedrijf | I | € 4,4 miljoen | 100% | € 4,4 miljoen |
Risico Beheersmaatregel Alle per project berekende risico’s hebben we bij elkaar opgeteld. Dat is het bedrag wat we dus minimaal beschikbaar moeten hebben om alle risico’s in voldoende mate af te kunnen dekken. De risico’s dekken we af met de Algemene Bedrijfsreserve Grondbedrijf (ABR). De ABR bedraagt per 31 december 2021 € 24,4 miljoen. Deze zou, wanneer er geen afromingen plaatsvinden, groeien naar circa € 39 miljoen eind 2025. Bij de programmabegroting 2022-2025 is besloten om € 18,2 miljoen in te zetten voor de ruimtelijke ambities. |
Risico's in de oranje categorie
Risico's in de oranje categorie
Stijgende bouw- en engeriekosten
Stijgende bouw- en energiekosten
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Stijgende bouw- en energiekosten | S | € 700.000 | 50% | € 350.000 |
Risico We schatten het risico in op jaarlijks circa € 0,7 miljoen. Dit is gebaseerd op de prijsstijging in 2021, waarbij globaal uitgegaan is van verdubbeling van de prijsstijging. Beheersmaatregel |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
Jeugdhulp 2022 en verder
Jeugdhulp 2022 en verder
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Jeugdhulp 2022 en verder | S | € 250.000 -€ 750.000 | 50% | € 250.000 |
Risico Een ander risico heeft betrekking op de gecertificeerde instellingen. De gecertificeerde instellingen die voor onze regio Noordoost-Brabant werken staan onder verscherpt toezicht. Naast inhoudelijke knelpunten in relatie tot het zorglandschap en personeelskrapte, zijn er met name financiële knelpunten bij Jeugdbescherming Brabant. Aandachtspunten zijn onder andere de hoogte van de tarieven en de grote last van vastgoed van de organisaties. De verbetervoorstellen worden op het niveau van de provincie Brabant ontwikkeld en afgesproken. Het primaat hierin ligt bij de gemeente Tilburg. Het risico is dat we als regio en dus ook als Oss met extra kosten te maken krijgen om de problematiek op te lossen. Naast bovenstaande risico’s ontvangen we voor het jaar 2022 een extra bedrag van € 7,4 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op de uitspraak van de commissie van Wijzen. Hoeveel geld we extra krijgen voor de jaren erna was bij de afgelopen programmabegroting nog niet bekend. Beheersmaatregel |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
Wachtgeld wethouders
Wachtgeld wethouders
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Wachtgeld wethouders | I | € 590.000 | 50% | € 295.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Risico's in de groene categorie
Risico's in de groene categorie
Herverdeling gemeentefonds
Herverdeling gemeentefonds
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Herverdeling gemeentefonds | S | € 3,8 miljoen voordeel | 50% | € 1,9 miljoen (voordeel) |
Risico
Er zijn de afgelopen tijd al diverse keren indicatieve cijfers bekend gemaakt. Oorspronkelijk zou de nieuwe verdeling ingaan per 2021, echter dit is al tweemaal met een jaar uitgesteld om o.a. aanvullende berekeningen uit te voeren. Als reden noemt de minister van BZK de huidige financiële positie van de gemeenten, waaronder de tekorten bij de jeugdzorg. De beoogde invoeringsdatum is nu 1-1-2023. De indicatieve financiële eindresultaten verschillen telkens. Bij het sociaal domein krijgen we op basis van de nieuwste cijfers (gebaseerd op peiljaar 2019) € 68 per inwoner minder. Dit was eerder € 84 en nadien € 76 (peiljaar 2017). Bij het overig deel krijgen we juist een hogere uitkering van € 110. Dit was eerder € 102 en daarna € 94. De nieuwe verdeling wordt geleidelijk ingevoerd, zodat gemeenten de tijd hebben om zich aan de nieuwe financiële situatie aan te passen. Het ingroeipad is € 15 per jaar, met een maximum van € 60. De ontwikkeling van de kosten van gemeenten wordt in de gaten gehouden. Na 4 jaar (2027) wordt bekeken of bijstelling van de verdeling nodig is. Beheersmaatregel |
Minder bezoekersparkeren door veranderend winkelgedrag na COVID-19
Minder bezoekersparkeren door veranderend winkelgedrag na COVID-19
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Minder bezoekersparkeren door veranderd winkelgedrag na COVID-19 | S | € 300.000 | 75% | € 225.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Volumegroei Wmo
Volumegroei Wmo
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Volumegroei Wmo | S | € 100.000 - € 300.000 | 90% | € 180.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Overdracht bodemtaken
Overdracht bodemtaken
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Overdracht bodemtaken | S | € 130.000 | 80% | € 104.000 |
Risico De laatste berichten zijn dat voor de gemeenten nog steeds geen duidelijkheid is m.b.t. financiering van milieu- en bodemtaken in het kader van de Omgevingswet. De Provincie is inmiddels tot 2030 verzekerd van financiering. Het lijkt er op dat er een patstelling ontstaat waarbij de gemeenten geen geld gaan ontvangen. Beheersmaatregel Momenteel maakt een werkgroep de consequenties inzichtelijk voor de bodemtaken. Daarnaast bekijken we de mogelijkheden om met anderen gemeenten meer aandacht te vragen voor de financiering van deze taken. |
Milieutaken in het kader van de omgevinswet
Milieutaken in het kader van de omgevingswet
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Milieutaken in het kader van de omgevingswet | S | € 170.000 | 50% | € 85.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Gevolgen richtlijnen CROW voor bodem
Gevolgen richtlijnen CROW voor bodem
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Gevolgen richtlijnen CROW voor bodem | S | € 150.000 | 60% | € 90.000 |
Risico Beheersmaatregel |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
Overdracht beheer horizonscholen
Overdracht beheer horizonscholen
Risico en beheersmaatregel | S/I [#2] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Overdracht beheer Horizonscholen | S | € 100.000 | 50% | € 50.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Veiligheidsregio Brabant Noord (VRBN)
Veiligheidsregio Brabant Noord (VRBN)
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Veiligheidsregio Brabant Noord (VRBN) | S | p.m. | 50% | p.m. |
Risico De gevreesde taakdifferentiatie tussen vrijwilligers en beroepskrachten is mede door de inspanning van Brandweer Brabant-Noord op landelijk niveau van tafel. Een gevolg is wel dat er in 2023 een andere oplossing moet komen voor de plekken in de organisatie waar nu met geconsigneerde en/of gekazerneerde vrijwilligers wordt gewerkt. Deze oplossing heeft mogelijk (beperkte) financiële gevolgen. De Omgevingswet geeft een verandering en verbreding van risicobeheersingstaken. Eén van de doelstellingen van de nieuwe wet is het creëren van een gezonde en veilige leefomgeving. VRBN is en blijft daarbij een belangrijke adviseur en partner van de gemeenten, maar ook van andere ketenpartners en initiatiefnemers. In 2023 is de Omgevingswet naar verwachting ingevoerd en wordt duidelijk wat deze verandering van taken exact betekent. Landelijk is de verwachting dat invoering van de Omgevingswet gepaard gaat met meerkosten. Uitgangspunt van VRBN is om de meerkosten zo veel mogelijk binnen de huidige begroting op te vangen. In 2020 is de Wet Veiligheidsregio’s geëvalueerd. De aanbevelingen worden door het nieuwe kabinet opgepakt en vergen naar verwachting in 2022 en 2023 de nodige aandacht. De verwachting is dat belangrijke thema’s aan de orde zullen komen zoals de wijze van financiering en de hoogte daarvan, bestuurlijke verhoudingen en bevoegdheden, verankering van de rol van de veiligheidsregio's bij brandweerzorg, crisisbeheersing, bevolkingszorg en de taak van de GHOR. Beheersmaatregel |
Wet- en regelgeving bouwbesluit
Wet- en regelgeving bouwbesluit
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Wet- en regelgeving bouwbesluit | I | € 500.000 | 20% | € 100.000 |
Risico We kunnen de (financiële) impact nog niet bepalen omdat de onzekerheden nog te groot zijn. Het zou wel kunnen gaan om een bedrag tussen de € 1 miljoen en € 2 miljoen, maar verspreid over meerdere jaren. We weten nog niet wat de nieuwe wet- en regelgeving gaat inhouden, per wanneer deze van kracht wordt en welke maatregelen noodzakelijk zijn. Beheersmaatregel |
BSOB deelnemersbijdrage
BSOB deelnemersbijdrage
Risico en beheersmaatregel | S/I [#1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Ontwikkelingen BSOB met invloed op hoogte deelnemers bijdrage | I (maar wel meerdere jaren) | € 100.000 - | 50% | € 75.000 |
Risico Beheersmaatregel |
Heesch West
Heesch West
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Heesch West | I | € 4,56 miljoen | 38% | € 1,73 miljoen (volledig afgedekt via risicoreserve) |
Risico In de eerste fase wordt 50 hectare ontwikkeld en in de tweede fase de overige 30 hectare. De resterende 30 hectare is bij de grondexploitatieberekening "afgewaardeerd" naar agrarische grondwaarde van € 6 per vierkante meter. Het verwachte verlies van Heesch West bedraagt eind 2030 in totaal € 43,7 miljoen (eindwaarde). De deelnemende gemeenten hebben hiervoor volledig een verliesvoorziening gevormd. Onze verliesvoorziening bedraagt € 13,1 miljoen (30% aandeel). De gezamenlijke boekwaarden van Heesch West (31-12-2021) bij de gemeenten bedraagt ongeveer € 75,1 miljoen. Beheersmaatregel |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
Planschade claim Hofmans
Planschade claim Hofmans
Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag |
---|---|---|---|---|
Planschade claim Hofmans | I | PM | 100% | PM |
Risico Beheersmaatregel |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.
3. Vervallen risico's
3. Vervallen risico's
Het risico van het baggeren van de haven is vervallen. We hebben hiervoor aanvullend budget opgenomen via de bestemming van het rekeningresultaat in dit jaarverslag.
4. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
4. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Onder het begrip weerstandsvermogen verstaan we het vermogen van de gemeente om risico’s op te kunnen vangen, zodat het afgesproken gemeentelijke takenpakket toch onverkort uitgevoerd kan worden.
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt aangegeven dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds:
- de weerstandscapaciteit: de middelen waarover we (kunnen) beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken, en anderzijds:
- alle risico’s waar nog geen voorzieningen voor gevormd zijn en die van materiële betekenis kunnen zijn.
Voor de gemeente is de weerstandscapaciteit van belang. Een sluitende begroting geeft weliswaar aan dat er evenwicht is tussen de uitgaven en inkomsten, maar ook dat er beperkte ruimte is voor het opvangen van tegenvallers. De weerstandscapaciteit bestaat uit twee onderdelen; de structurele en de incidentele weerstandscapaciteit.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit dient voor het opvangen van risico’s met een meerjarig effect. Deze middelen worden gevormd door de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien.
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte waarmee onze OZB opbrengsten moeten stijgen om op een zogenaamd "redelijk peil OZB "uit te komen. Dit "redelijk peil" is gebaseerd op het tarief wat een gemeente moet hebben voor de toelating tot artikel 12 (extra financiële steun vanuit het gemeentefonds).
De onbenutte belastingcapaciteit voor het jaar 2022 bedraagt € 3,4 miljoen (rekening houdend met extra tariefstijging in 2022).
De post onvoorzien (€ 300.000) is structureel in de begroting opgenomen en maakt ook onderdeel uit van de structurele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is als volgt opgebouwd:
- het vrij aanwendbare deel van de algemene vrije reserve (inclusief de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf)
- de niet beklemde bestemmingsreserves (overige bestemmingsreserves)
- de stille reserves
Algemene vrije reserve en de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf
De noodzakelijke omvang van de algemene vrije reserve is vastgesteld op 10% van de algemene uitkering. Hierbij zijn de volgende aspecten van belang:
- zijn de belangrijkste risico’s in beeld?
- welke beheersmaatregelen zijn er al genomen om risico’s te beperken?
- welke risico’s zijn nog niet afgedekt?
Naar verwachting zijn de belangrijkste risico’s voldoende herkend. Het grootste deel van deze risico’s hebben we ook voorzien van beheersmaatregelen en waar nodig afgedekt door middel van een voorziening of reserve (bijvoorbeeld het grondbedrijf). Ook de risico’s die zich kunnen voordoen bij grote projecten, zoals Heesch-West, hebben we in beeld gebracht. Hiervoor hebben we bovendien beheersmaatregelen geformuleerd en deels dekkingsmiddelen gereserveerd. Daarnaast hebben we risico’s geïdentificeerd waarvan we het bedrag en de kans van optreden met onvoldoende zekerheid kunnen bepalen. Deze komen ten laste van de weerstandscapaciteit.
Uitgaande van de norm van 10% van de algemene uitkering, dient de algemene vrije reserve ongeveer € 19 miljoen te zijn (septembercirculaire 2021).
De algemene reserve bedraagt per 31 december 2021 naar verwachting € 24,9 miljoen. Dit komt wel door uitgestelde uitgaven. We hebben hier voor komende periode nog onttrekkingen uit geraamd van afgerond € 1,1 miljoen. Een specificatie hiervan is opgenomen in het bijlagenboek.
De algemene bedrijfsreserve grondbedrijf (ABR) is het weerstandsvermogen voor de risico's die zich binnen het grondbedrijf kunnen voordoen. Dat kunnen project specifieke risico’s (b.v. een vervuiling in de grond) of conjuncturele risico’s (b.v. een hogere rente of een lagere grondprijs) zijn.
Bij de programmabegroting 2021-2024 is de minimum benodigde algemene reserve berekend o.b.v. risicoanalyse (Monte-Carlomethode). De geactualiseerde risicoanalyse bij deze jaarrekening geeft een risicobedrag van € 4,4 miljoen per 31-12-2021. Dit bedrag is dus feitelijk de minimale stand van de ABR.
De ABR heeft op 31-12-2020 een saldo van € 24,4 miljoen. Omdat we de € 4,4 miljoen van de minimale stand ook hebben opgenomen als risico nemen we de volledige ABR op als mogelijke afdekking van de risico's.
Niet beklemde bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves bevatten middelen die de gemeenteraad voor een bepaalde doelstelling geoormerkt heeft. De gemeenteraad is bevoegd om de bestemming van deze reserves te wijzigen of te besluiten tot extra mutaties ten laste of ten gunste van deze reserves. De bestemmingsreserves kunnen hiermee dus ingezet worden voor het opvangen van risico’s als die zich voordoen.
We kennen twee soorten bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves voor de afdekking van afschrijvingslasten e.d. en de overige bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves voor de afdekking van afschrijvingslasten e.d. zijn niet beschikbaar voor de incidentele weerstandscapaciteit, omdat deze structureel zijn ingezet voor de afdekking van (kapitaal)lasten in de begroting. De overige bestemmingsreserves kunnen wel ingezet worden voor het afdekken van risico’s als de raad hiertoe besluit. Dit betekent wel dat deze middelen in dat geval niet meer beschikbaar zijn voor het oorspronkelijke doel waarvoor de bestemmingsreserves gevormd zijn.
Stille reserves
Stille reserves zijn activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn. Een volledig beeld hiervan is niet voorhanden.
Totale weerstandscapaciteit
Samengevat is de huidige weerstandscapaciteit (per 31-12-2021) in afgeronde bedragen:
bedragen in euro’s | ||
Structurele weerstandscapaciteit | Bedrag | |
---|---|---|
Onbenutte belastingcapaciteit | 3.400.000 | |
Post onvoorzien | 300.000 | |
Totaal | 3.700.000 |
Incidentele weerstandscapaciteit (31-12-2021) | |
---|---|
Algemene reserve | 23.800.000 |
Algemene bedrijfsreserve grondbedrijf | 24.395.000 |
Stille reserves | PM |
Totaal | 48.195.000 |
5. Financiële kengetallen
5. Financiële kengetallen
Op basis van een wijziging van het BBV nemen we voortaan een aantal financiële kengetallen in deze paragraaf op, zowel in de begroting als in het jaarverslag. Eerst geven we een analyse van de financiële positie op basis van deze kengetallen. Daarna lichten we toe wat de kengetallen betekenen.
Omschrijving | Rekening 2020 | Begroting 2021 | Rekening 2021 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 20,47% | 26,43% | 12,43% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 13,21% | 18,96% | 5,55% |
Solvabiliteitsratio | 44,10% | 33,17% | 51,14% |
Structurele exploitatieruimte | -0,27% | 0,52% | 5,19% |
Grondexploitatie | 1,91% | 5,97% | 0% |
Belastingcapaciteit | 95,37% | 95,44% | 95,31% |
Analyse kengetallen en financiële positie
Op basis van deze kengetallen concluderen we dat onze financiële positie gezond is.
De netto schuldquotes en de solvabiliteitsratio geven aan dat we met voldoende eigen middelen (reserves) gefinancierd zijn. Onze afhankelijkheid van externe financiering is niet te groot. De netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen vallen binnen de norm. De omvang van de schulden ten opzichte van de baten neemt af. De solvabiliteitsratio ligt stabiel boven de norm. Onze bezittingen op de balans zijn in voldoende mate gefinancierd met eigen vermogen.
De structurele exploitatieruimte is positief. Dit sluit ook aan bij het positieve saldo van de jaarrekening 2021. In hoeverre dit feitelijk structureel doorwerkt naar de programmabegroting 2023 analyseren we in 2022 bij tussentijdse rapportages in 2022.
Het kengetal grondexploitatie is een voorgeschreven kengetal. Het kengetal op zich is niet bruikbaar om conclusies te trekken over de risico’s in de grondexploitatie. De paragraaf grondbeleid en het MPG zijn daarvoor betere instrumenten.
Met de belastingcapaciteit zitten we onder het landelijk gemiddelde. We hebben nog ruimte om de belastingen te kunnen verhogen om financiële risico’s af te dekken als dit nodig is.
Nadere toelichting indicatoren
Netto schuldquote
De netto schuld geeft informatie over de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de baten in de begroting. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Het is normaal als de netto schuldquote tussen de 20% en 70% ligt. Tussen de 70% en de 80% dreigt de schuldomvang te hoog te worden. Boven de 80% zijn alle bezittingen zwaar belast met schulden. Het percentage is dit jaar verbeterd doordat we veel langlopende schulden hebben afgelost.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Via deze ratio wordt in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Voor deze ratio gelden dezelfde normen als bij de netto schuldquote. Het percentage is verlaagd omdat we lagere schulden hebben.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Bij deze ratio dreigt de schuld van de gemeente te hoog te worden als deze zich tussen de 20% en 30% bevindt. Onder de 20% zijn de bezittingen zwaar belast met schulden. Een ratio boven de 30% is aanvaardbaar.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de structurele en incidentele lasten. Als dit kengetal positief is, is er ruimte om structurele tegenvallers op te vangen. Vorig jaar hadden we een negatieve structurele exploitatieruimte. Dit jaar hebben we een fors voordelig saldo en minder incidentele baten en lasten. Het percentage is dus flink verbeterd.
Kengetal grondexploitatie
De grondexploitatie kan een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze bij verkoop terugverdiend moet worden. De boekwaarde is nihil doordat veel grote projecten aan het eind van hun looptijd zitten. Daarnaast zijn de verwachten verliezen volledig voorzien. We lopen hier dus geen risico.
Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om de belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten.