Paragrafen

Paragraaf verbonden partijen

2. Bijzondere ontwikkelingen/risico's

Raden meer grip op informatie: gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen
Naar verwachting treedt op 1 juni 2022 de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen in werking. Gemeenteraden krijgen meer inspraak bij zowel het treffen van de gemeenschappelijke regelingen als over de besluiten van de besturen van de samenwerkingsverbanden.
Zo krijgen zij de mogelijkheid om vooraf een zienswijze te geven op het gehele ontwerp van een gemeenschappelijke regeling of de wijziging daarvan. Ook krijgen gemeenteraden de bevoegdheid om een zienswijze in te dienen voorafgaand aan het nemen van besluiten door het bestuur van een gemeenschappelijke regeling. Het (dagelijks) bestuur van het samenwerkingsverband moet voorafgaand aan het daadwerkelijke besluit aan de raden laten weten of er iets wordt gedaan met hun zienswijzen.
Gemeenteraden kunnen ook gezamenlijk een voorstel doen tot het oprichten van een gemeenschappelijke adviescommissie. Deze adviescommissie, bestaande uit raadsleden van de deelnemende raden, adviseert de gemeenteraden en het samenwerkingsverband en helpt met het voorbereiden van zienswijzen.
Verder dient het bestuur van de gemeenschappelijke regeling de raden van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen te geven die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
Dit neemt niet weg dat gemeenteraden ook altijd de verantwoordelijke portefeuillehouders kunnen aanspreken over vragen of wensen. Ook kunnen zij daarover het gesprek aangaan met de directeur van een gemeenschappelijke regeling.
Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze wetswijziging moeten alle gemeenschappelijke regelingen aan de gewijzigde Wgr zijn aangepast.

Gemeentelijke herindelingen
In de regio Noordoost Brabant vinden er per 1-1-2022 diverse gemeentelijke herindeling plaats. Dat betekent dat er diverse samenwerkende gemeenten zijn samengegaan. Daarop moeten diverse regelingen het komende jaar worden aangepast.

Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV)
Als gevolg van COVID-19 is het WMO-vervoer begin 2020 nagenoeg stil komen te liggen. Met de versoepeling van de maatregelen per 1 juli 2020 was het vervoer weer langzaam op gang aan het komen. In de laatste vier maanden van 2020 lag het vervoer gemiddeld rond de 50% ten opzichte van 2019. Met de aangescherpte maatregelen daalt het vervoer vanaf eind december 2020 weer sterk. In 2021 gemiddeld nog maar 66% ten opzichte van 2019. Op dringend advies van Rijk en de VNG zijn met de vervoerder afspraken gemaakt over gedeeltelijke doorbetaling, om te voorkomen dat de continuïteit van het zorgvervoer in gevaar komt. Deze regeling gaat uit van flexibele tarieven, die mee bewegen met het vervoersvolume.
De verwachting is nu dat het vervoer pas weer in 2025 op het normale niveau is. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingen rondom COVID-19 en de maatregelen.

Omgevingswet
De toekomstige Omgevingswet (Ow) wordt één van de grootste wijzigingen in de wetgeving voor het fysieke domein van de afgelopen decennia. De wet bundelt 25 wetten, 120 sectorale AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur) en honderden ministeriële regelingen. De uitgangspunten van deze wet zijn participatie en integrale aanpak op basis van vertrouwen, met als doelen minder en overzichtelijkere regels, meer ruimte voor initiatieven van inwoners en bedrijven en lokaal maatwerk.
De invoering is weer uitgesteld en de wet treedt op 01-10-2022 of 01-01-2023 in werking. Dit vraagt veel voorbereiding van de overheden en ook de omgevingsdienst. We werken hierin samen met de overheden (provincie, waterschappen en gemeenten) en adviesdiensten (omgevingsdienst, veiligheidsregio en GGD) in de regio Noordoost Brabant.

Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB)
Via een kostenverdeelmethode gebaseerd op productiecijfers (o.a. aantal aanslagen en aanslagregels) wordt de deelnemersbijdrage aan BSOB bepaald. In 2022 wordt gestart met een kostenverdeelmethodiek project. Dit kan mogelijk invloed hebben op onze deelnemersbijdrage.
De bijdrage voor 2021 was € 1.696.303 en voor 2022 begroot op € 1.911.767. De grootste oorzaak van de stijging is het hoge aantal bezwaarschriften op de WOZ-waarde die ingediend worden via no cure no pay bureaus. Dit is een landelijke trend. BSOB neemt maatregelen om het aantal bezwaren te beperken, voor zover ze daar zelf invloed op kunnen uitoefenen.

Er is eind 2021 door het algemeen bestuur een keuze gemaakt om met een relatief snelle transitie over te gaan naar maximaal gedigitaliseerde werkprocessen, namelijk binnen 3 tot 5 jaar. Het scenario is met name gericht op het continue verbeteren van de interne en externe kwaliteit tegen zo laag mogelijke kosten. Omdat de transitie richting verdere automatisering een aantal jaren zal duren, is het belangrijk de werkelijke ontwikkeling van de kosten en besparingen ten opzichte van de begroting duidelijk te monitoren.

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2022 08:17:13 met de export van 05/24/2022 15:01:04