Programma 6. Vitale economie

Het product overige bedrijfsmatige activiteiten bestaat uit de volgende onderdelen:
-herstructureringsplannen: dit is een budgettair neutrale activiteit, onderdeel van het grondbedrijf. Het saldo van lasten en baten van alle complexen inclusief mutaties in reserves en voorzieningen wordt uiteindelijk verrekend met de grondvoorraad op de balans van de gemeente.
-beheercomplexen: per saldo is dit neutraal.
-verhuurde panden en percelen: per saldo is dit neutraal.

Voor herstructureringsplannen zijn de kosten € 6,3 miljoen lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere kosten in 2021 voor Bergoss (€ 0,9 miljoen), centrumplan Berghem (€ 1 miljoen), Talentencampus (€ 1,6 miljoen), Megen Zuid (€ 0,3 miljoen), Groenstraat Haren (€ 0,3 miljoen), Kolk Ravenstein (€ 0,2 miljoen), winkelcentrum de Ruwert (€ 0,3 miljoen), Schelversakker (€ 0,4 miljoen) en Kapelaan Nausstraat (€ 0,6 miljoen).
De totale verkopen bedroegen € 1,1 miljoen in 2021. Dit is per saldo € 7,5 miljoen lager dan geraamd. Dit komt vooral door lagere verkopen in Talentencampus (- € 4,4 miljoen), Kapelaan Nausstraat (- € 1,2 miljoen), Schelversakker (- € 0,7 miljoen), centrumplan Lith (- € 0,5 miljoen) en Koornstraat Begijnenstraat (- € 0,4 miljoen).
Voor verwachte exploitatieverliezen is in 2021 een bedrag van € 1 miljoen gestort in de voorziening. Per saldo is de voorraad onderhanden werk binnen het grondbedrijf met € 3 miljoen toegenomen.
Voor een uitgebreide toelichting op het rekeningresultaat van het grondbedrijf verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid verderop en naar het Meerjarenprogramma Grondbedrijf (MPG).

Het saldo van de beheercomplexen is € 0,5 miljoen positief. Dit komt door de verkoop van beheersgronden. Dit saldo is gestort in de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf. Hierdoor is het saldo nihil.

Industrieterreinen is een budgettair neutrale activiteit, onderdeel van het grondbedrijf. Het saldo van lasten en baten van alle industriecomplexen inclusief mutaties in reserves en voorzieningen wordt uiteindelijk verrekend met de grondvoorraad op de balans van de gemeente.
Binnen industrieterreinen vallen twee onderdelen:
-Industrieterreinen;
-Erfpachtsgronden.

De verschillen ten opzichte van de begroting zitten in:
-Industrieterrein: lagere kosten van circa € 12,7 miljoen door met name vertraging van de ontwikkeling binnenhaven Elzenburg (€ 12,3 miljoen). Ook de inkomsten waren lager dan begroot, namelijk € 13,7 miljoen lager. Bovengenoemde vertraging van binnenhaven Elzenburg zorgde ervoor dat de opbrengsten € 12,4 miljoen lager zijn. De totale verkoop bedroeg € 12,1 miljoen in 2021 (waarvan circa € 9,9 miljoen binnen Vorstengrafdonk).
-Verwervingen en uitgegeven erfpachtsgronden: in 2021 is sprake geweest van een aantal extra verwervingen van gronden binnen erfpachtcomplexen (€ 4 miljoen). Hiervan werd voor een bedrag van € 2,5 miljoen verworven voor industriegrond in erfpacht en € 1,5 miljoen gaat om erfpacht van gronden ten behoeve van woningbouw. Daarnaast hebben we extra opbrengsten van € 1,3 miljoen door verkoop van een in erfpacht uitgegeven woningbouwgrond (€ 1,1 miljoen) en industriegrond (€ 0,2 miljoen).

We hebben € 117.000 aan hogere kosten en € 2,5 miljoen aan extra inkomsten. De hogere kosten komen doordat we subsidie die we hebben ontvangen door hebben betaald aan de Talentencampus. Het gaat om subsidie voor het project hybride werkplaats (€ 50.000) en voor digitale werkplaats gaat het om een bedrag van € 60.000. Hier staan dus ook hogere inkomsten tegenover.
Daarnaast hebben we een voordeel van € 2,4 miljoen door de vrijval van de voorziening van Pivot Park. Aan het eind van 2021 hebben we vastgesteld dat de onderliggende waarde van de aandelen van Pivot Park Holding BV zodanig robuust is dat de voorziening hierop kan vrijvallen. We hebben deze voorziening eerder gevormd omdat het toen onzeker was of het geld van de deelneming terugverdiend kon worden.